Vaginisme oplossen
Hier leert je je meer bewust te worden van je bekkenbodemspieren en deze bewust te ontspannen.
Mogelijke onderwerpen:
- Ademhalingstechnieken
- Ontspanning van de bekkenbodemspier
- Zelfmassage bekkenbodemspier
- Theoretische kennis over de bekkenbodem
Sommige bekkenbodemtherapeuten geven je oefeningen om de ekkenbodemspieren sterker maken. Persoonlijk lijkt het me beter om aan de ontspanning van de spieren te werken.
Het nadeel van bekkenbodemtherapie kan zijn dat penetratie na verloop van tijd technisch wel haalbaar is, maar dat lang niet alle vrouwen dan ook genieten van de penetratie.
Lees verder in dit artikel voor meer details over de behandeling door een bekkenfysiotherapeut
Gesprekken met een seksuoloog kunnen inzicht geven in hoe je vaginisme tot stand is gekomen en wat het op dit moment in stand houdt.
Mogelijke gespreksonderwerpen:
- Seksualiteit bij vrouwen en mannen.
- Hoe je tegen seksualiteit aankijkt/ hoe je seksualiteit beleeft.
- Nagaan wat er in je lichaam gebeurd bij spanning.
- Dichter bij je gevoel komen.
- Relatietherapie.
Een seksuoloog is geen beschermd beroep waardoor iedereen zichzelf seksuoloog kan noemen. Als je kiest voor een seksuoloog die is aangesloten bij de NVVS dan weet je zeker dat iemand echt is geschoold als seksuoloog.
Lees verder in dit artikel voor meer details over de behandeling door een seksuoloog
Sommige ziekenhuizen hebben een bekkenbodempoli. Hier werken uroloog (blaasklachten), maag-darmleverarts, bekkenfysiotherapeut en seksuoloog samen. Vaak ga je eerst naar een bekkenfysiotherapeut toe om te bepalen welk specialisme je nodig hebt.
Andere ziekenhuizen hebben een vulvapoli. Dit is vaak een samenwerking tussen dermatologen en gynaecologen.
Als je vermoed dat vaginisme bij jou een lichamelijke oorzaak heeft is een lichamelijk onderzoek aan te raden. Bij dyspareunie speelt er regelmatig een lichamelijke oorzaak mee, daarom is een lichamelijk onderzoek verstandig. Dit onderzoek kan door een huisarts of gynaecoloog gedaan worden.
Er zijn veel vrouwen voor wie het onderzoek traumatisch was. Dit komt onder meer doordat niet iedere arts even goed met seksuele klachten overweg kan. Waardoor dit komt staat o.a. beschreven in het boek Vrij met Seks van Mirjam Scholten.
Bij een lichamelijk onderzoek worden de schede en baarmoedermond bekeken. Meestal lig je met je benen gespreid op een onderzoeksbank. Let erop dat je ontspannen kunt liggen. Focus eerst op de ontspanning in je buik en benen en daarna op de ontspanning in je bekkengebied.
Soms krijg je een eendenbek ingebracht. Dit is een instrument om de ingang van de vagina een stukje open te houden. Vraag altijd om de kleinste eendenbek. Bij een echo krijg je een staaf ingebracht, dit is glad materiaal dat met behulp van glijmiddel ingebracht wordt. Ook kan de arts een of twee vingers in brengen om zo de bekkenbodem, de baarmoeder en eierstokken te kunnen onderzoeken. Het kan helpen om je tijdens het onderzoek op je (buik)ademhaling te focussen.
Vraag eventueel om een spiegel zodat je mee kunt kijken. Laat de arts uitleggen wat hij of zij doet. Stop direct als het te pijnlijk is.
Neem eventueel je partner mee als je dit prettig vind.
In een familieopstelling onderzoek je hoe je klachten verbonden zijn met jouw systeem van herkomst, ontdek je verstrikkingen (wat is er van jou en wat hoort er bij je voorouders) en vind je jouw weg naar een oplossing.
In een traumaopstelling is jouw verlangen het startpunt. In de opstelling wordt gewerkt met de dynamiek tussen drie delen van jouw persoonlijkheid: het traumadeel, het overlevingsdeel en het gezonde deel. Doordat het traumadeel gezien en erkend worden zet je een stap in jouw interne heling.
Een familieopstelling kan ook nuttig zijn als je geen oorzaak voor je vaginisme kan vinden.
Lichaamsgerichte Psychotherapie brengt je weer in contact met je oorspronkelijke levenslust en energie. Lichaamsgerichte Psychotherapie gaat ervan uit dat lichaam, gedachten, emoties en gevoelens samenhangen. Als je je emoties niet uit ontstaan er blokkades in je lichaam, lichaamsgerichte psychotherapie werkt aan deze blokkades.
Belangrijke onderdelen:
- Bewegen: om de spierspanningen te verminderen.
- Uiten: om je emoties naar buiten te brengen
- Ademhalen: om beter te kunnen voelen.
Bij haptotherapie gaat het om jouw verbinding met je lichaam en om contact met anderen. Haptotherapie helpt je om je eigen lichaam te voelen en om te herontdekken hoe je hier met zorg mee omgaat. Daarnaast kijk je wat er gebeurt als je aangeraakt wordt (door een ander).
Bij vaginisme reageert het lichaam op intieme aanrakingen met sluiten/dichtgaan. Dit gebeurt niet als keuze maar als reflex, ook al wil je zelf anders. Ooit was deze reactie zinvol. Het is belangrijk dat je dit leert accepteren als een vorm van bescherming van je eigen integriteit. Dit kan helpen om de vicieuze cirkel te doorbreken, maar lost het vaginisme niet meteen op.
Het is zinvol om te kijken naar je lichamelijke en seksuele ontwikkeling in brede zin; ook hoe je gaandeweg je ontwikkeling vertrouwd bent geraakt met je eigen lijf, of juist niet. Dat kan helpen om inzicht krijgen in waarom je vaginistisch reageert.
Vervolgens ga je je lijf (opnieuw) te ontdekken, in het tempo dat bij jou past. De therapeut raakt je aan om contact te maken. Dat kan je helpen om zelf lijfelijk meer te gaan voelen en het kan voelbaar maken wat er gebeurt in contact met een ander. Zo ga je de reactie van sluiten herkennen. De haptotherapeut nodigt in haar aanraking uit om weer contact te maken, ook als het lichaam eerst “nee” zegt. Het is belangrijk dat dit met respect en sensitief stap voor stap verloopt. Het is nooit de bedoeling iemand over de grens te duwen of te forceren. Contact is hierbij het sleutelwoord. Eigenlijk leer je dat je zelf eerst de deur van je huis kan opendoen voordat je iemand binnen laat.
Niet alle aandacht is gericht op het bekkengebied. Het gaat vooral om vertrouwder te worden met het hele lijf, waarbij de buik, bekken en benen over het algemeen wat moeilijker terrein zijn.
Helpt onder andere bij:
- Moeite met het aangeven van grenzen.
- Problemen met intimiteit.
- Relatieproblemen.
- Verwerking van een trauma.
- Gynaecoloog
- Triggerpoint-therapie
- Botox (alleen wanneer vaginisme later is ontstaan)
- TRE
- Zelfmassage
Voorbereidende vragen op gesprek met hulpverlener
- Wanneer doet het pijn (bij bepaalde houdingen, verergert het op een bepaald moment in je cyclus) ?
- Waar voel je de pijn?
- Wat voor soort pijn voel je (zeurend, stekend, dof, scherp of branderig) en hoe lang houdt de pijn aan?
- Sinds wanneer heb je last van deze pijn?
- Zijn er situaties waarin de pijn minder is?
- Wordt je opgewonden tijdens het vrijen?
- Ben je gespannen tijdens het vrijen?
- Wat gaat er door je heen op het moment dat je denkt aan penetratie?
- Is er een verschil tussen het inbrengen van een tampon/ eigen vingers/ vingers partner/ penis?
- Heb je ook problemen met je darmen/ blaas?
- Heb je vervelende ervaringen met seksualiteit of een inwendig onderzoek?
- Heb je meer vaginale afscheiding dan normaal?